Get access to all handy features included in the IVIS website
- Get unlimited access to books, proceedings and journals.
- Get access to a global catalogue of meetings, on-site and online courses, webinars and educational videos.
- Bookmark your favorite articles in My Library for future reading.
- Save future meetings and courses in My Calendar and My e-Learning.
- Ask authors questions and read what others have to say.
Anesthesie voor de keizersnede bij de hond
Get access to all handy features included in the IVIS website
- Get unlimited access to books, proceedings and journals.
- Get access to a global catalogue of meetings, on-site and online courses, webinars and educational videos.
- Bookmark your favorite articles in My Library for future reading.
- Save future meetings and courses in My Calendar and My e-Learning.
- Ask authors questions and read what others have to say.
Read
De kans op het voorkomen van dystocia bij de hond is ongeveer 5% (Smith, 2012); 60-80% van alle dystocia gevallen leidt tot een keizersnede. Meer dan de helft van alle keizersnedes wordt uitgevoerd als spoedoperatie waarbij de mortaliteit van de puppen ongeveer ligt op 12.7%; de puppen mortaliteit bij electieve keizersnedes ligt beduidend lager, namelijk op 3.6%.
Tijdens de dracht treden belangrijke fysiologische veranderingen op bij het moederdier, welke een significant effect kunnen hebben op het verloop van de anesthesie. Door de dracht neemt het zuurstof verbruik met 20% toe. Om aan deze verhoogde zuurstof behoefte te voldoen neemt de alveolaire ventilatie toe; drachtige dieren hebben zowel een verhoogde ademhalingsfrequentie als een toegenomen teugvolume. Aangezien alle anesthetica tot ademdepressie leiden, treedt hypoxemie snel op, zeker indien geen verhoogd zuurstofpercentage wordt ingeademd. Het vergrote ademminuutvolume leidt ook tot een snellere opname van gasanesthetica; de drachtige patiënt kan dan ook snel ‘te diep’ onder anesthesie geraken. Drachtige dieren zijn relatief anemisch omdat het plasma volume toeneemt wat tot een daling in erythrocyten concentratie leidt. De cardiac output -de hoeveelheid bloed dat per minuut wordt rondgepompt- neemt met ongeveer 40% toe wat een aardige belasting voor het cardiovasculaire systeem betekent. Drachtigheidshormonen (o.a. progesteron en metabolieten) verhogen de gevoeligheid voor de werking van anesthetica en sommige analgetica. Al met al leiden deze veranderingen tot een verhoogde kans op relatieve overdosering van anesthetica. Het cardiovasculaire systeem is door de verhoogde werking extra gevoelig voor de bijwerkingen van anesthetica, welke op hun beurt duidelijk dosis-afhankelijk zijn. Dit zijn dan ook allemaal redenen om voorzichtig te zijn met het toedienen van anesthetica, en deze vooral te doseren op effect en niet volgens vaststaande doseringen.
Het plaatsen van een intraveneuze katheter en het toedienen van intraveneuze vloeistof is essentieel; deze patiënten zijn vaak (relatief) hypovolemisch en hebben een vergrote kans op bloedverlies tijdens de operatie. Snelheid is belangrijk bij het uitvoeren van een spoedkeizersnede. Er dient geen vertraging op te treden bij het nemen van beslissingen en het bedenken van een protocol. Het is dan ook goed om van te voren een opgezet en doorgesproken protocol klaar te hebben in de praktijk. Het anesthesie protocol dient gebaseerd te zijn op een zo kort mogelijke tijd tussen de inleidingsfase en het ter wereld brengen van de neonaten. Bescherming van de luchtwegen van het moederdier door middel van intubatie is essentieel vanwege het verhoogde risico op regurgitatie en aspiratie. Sommige patiënten zullen niet gevast hebben en daardoor maaginhoud hebben; verder leidt progesteron tot een vertraagde maaglediging, toegenomen maagvolume en verlaagde spanning van de gastro-oesophageale sphincter. In een onderzoek gepubliceerd in 1998, zijn de overlevings percentages van zowel teven als van hun puppen na het ondergaan van een keizersnede onderzocht (Moon ea., 1998). Van de 808 bestudeerde moederdieren overleed 1%; meer dan de helft hiervan overleed ten gevolge van een aspiratie pneumonie. Het pre-operatief parenteraal geven van zuurremmers/ maagbeschermers wordt wel aangeraden, zeker bij brachycephale honden. Verder is optimalisering en ondersteuning van de maternale bloeddruk essentieel om een goede doorbloeding van de uterus te waarborgen. Een verminderde doorbloeding van de uterus en zuurstof afgifte naar de foetus(sen) leidt tot foetale distress, wat zich uit in een daling van de hartslag van de foetus(sen). Een verlengde anesthesieduur of een verlengde operatieduur kunnen nadelig zijn voor de overlevingskansen van de puppen. Zowel de cardiovasculaire depressie veroorzaakt door de anesthetica als het manipuleren van de drachtige uterus verminderen de doorbloeding van de uterus. Sommige auteurs raden aan zo snel mogelijk na de inleiding van de anesthesie de puppen uit de uterus te verwijderen om de foetus(sen) zo kort mogelijk bloot te stellen aan de anesthetica; anderen raden juist aan ongeveer 20 minuten te wachten zodat de concentratie van het intraveneus toegediende anestheticum weer is gedaald in het foetale bloed. Er is echter onvoldoende bewijs dat de ene techniek beter is dan de andere.
[...]
Get access to all handy features included in the IVIS website
- Get unlimited access to books, proceedings and journals.
- Get access to a global catalogue of meetings, on-site and online courses, webinars and educational videos.
- Bookmark your favorite articles in My Library for future reading.
- Save future meetings and courses in My Calendar and My e-Learning.
- Ask authors questions and read what others have to say.
Comments (0)
Ask the author
0 comments