Get access to all handy features included in the IVIS website
- Get unlimited access to books, proceedings and journals.
- Get access to a global catalogue of meetings, on-site and online courses, webinars and educational videos.
- Bookmark your favorite articles in My Library for future reading.
- Save future meetings and courses in My Calendar and My e-Learning.
- Ask authors questions and read what others have to say.
Het pediatrische en geriatrische dier
Get access to all handy features included in the IVIS website
- Get unlimited access to books, proceedings and journals.
- Get access to a global catalogue of meetings, on-site and online courses, webinars and educational videos.
- Bookmark your favorite articles in My Library for future reading.
- Save future meetings and courses in My Calendar and My e-Learning.
- Ask authors questions and read what others have to say.
Read
Pediatrisch
Jonge honden en katten kunnen worden onderverdeeld in twee groepen. Tot vier weken oud zijn het neonaten en vanaf deze leeftijd tot twaalf weken zijn het pediatrische dieren.
Geriatrisch
Deze groep is moeilijk te definiëren gezien de grote variatie in levensverwachting van de verschillende species, rassen en individuen. Sommige geven aan dat een dier de geriatrisch leeftijd bereikt heeft als hij 75-80% van zijn verwachte levensduur heeft bereikt. Voor grote rassen zou dit inhouden, ouder dan een jaar of zeven en bij kleine honden en katten ouder dan een jaar of tien.
In principe heb je hele gezonde oude honden maar de reservecapaciteit van de organen neemt af met de tijd. Per orgaansysteem zijn de volgende leeftijdgerelateerde veranderingen te zien.
Cardiovasculair
Pediatrisch
Het hartminuutvolume wordt vooral door de hartfrequentie bepaald. Het slagvolume is niet zo variabel als bij volwassen dieren omdat de hartspier zich nog moet ontwikkelen. Ook overheerst de parasympaticus, hierdoor kan in combinatie met het gebruikt van opioiden of alfa-2 agonisten een ernstige hypotensie ontstaan. Ook bestaat er bij dieren tot 2-3 maanden oud een relatieve anemie waardoor het zuurstoftransport naar de weefsels beperkt is.
Geriatrisch
Bij oudere dieren is er een verminderd bloedvolume, arteriële bloeddruk en hartminuutvolume ook bestaat er een toegenomen circulatie tijd en vagale activiteit. Verder zijn mogelijk progressieve- of degeneratieve geleidings- of myocard aandoeningen. Hierdoor hebben oude dieren tijdens algehele anesthesie een grotere kans om hartritmestoornissen (2e gr AV blok, bundeltak blok, ventriculaire premature contracties, atriumfibrillatie ) te ontwikkelen. Monitoring met behulp van een ECG apparaat zorgt voor een snelle herkenning van ritme-afwijkingen.
Respiratoir
Pediatrisch
Vergeleken met volwassen dieren is de tong bij jonge dieren relatief langer en de luchtweg nauwer zodat er meer kans is op luchtwegobstructie. Ook kost het ademen meer arbeid. De zuurstofbehoefte van pediatrische dieren is 2-3X groter zodat er sneller een zuurstofgebrek in de weefsels optreedt. Bij patiënten jonger dan 6-8 weken wordt beademen sterk aanbevolen
Geriatrisch
Bij oudere dieren bestaat er een verminderde longelasticiteit, ademfrequentie, teugvolume, ademminuutvolume, zuurstof consumptie, kracht van de ademhalingsmusculatuur en beschermende luchtwegreflexen. Pre-oxigeneren is zeer gewenst om zuurstoftekort tijdens de inductie periode te voorkomen, en altijd intuberen. Als patiënt monitoring zijn de pulsoximeter, capnometrie en in bijzonder gevallen, bloedgas bepalingen aan te bevelen.
Lever
Pediatrisch
Tijdens anesthesie is belangrijk dat de afbraak van anesthetica door de lever nog niet optimaal verloopt. Dit is inderdaad een punt van zorg bij de hele jonge dieren maar vanaf drie maanden oud is het levermetabolisme volledig ontwikkeld en mag een “volwassen” dosis worden gegeven.
Geriatrisch
Met het toenemen van de leeftijd neemt de hoeveelheid functioneel leverweefsel af en daarmee het levermetabolisme. Ook is er een verminderde levercirculatie als gevolg van het afgenomen hartminuutvolume. Deze veranderingen kunnen een verlengde werking van anesthetica veroorzaken en hiermee een verlengde recovery. Hiermee rekening houdend valt de keuze op kortwerkende, niet afhankelijk van het lever metabolisme of antagoneerbare anesthetica. Ook kan een verminderde leverfunctie leiden tot lage eiwit- en glucosespiegels en een verminderde stolling. Het is raadzaam voorafgaande aan de chirurgie bloedonderzoek te doen (leverenzymen en stolling). Hypotensie moet zoveel mogelijk voorkomen worden om de levercirculatie veilig te houden en zuurstoftekort van het leverweefsel voor te zijn.
[...]
Get access to all handy features included in the IVIS website
- Get unlimited access to books, proceedings and journals.
- Get access to a global catalogue of meetings, on-site and online courses, webinars and educational videos.
- Bookmark your favorite articles in My Library for future reading.
- Save future meetings and courses in My Calendar and My e-Learning.
- Ask authors questions and read what others have to say.
Comments (0)
Ask the author
0 comments